De meeste warmtepompen verwarmen op basis van een stooklijn. Dit betekent dat er, afhankelijk van de buitentemperatuur, een bepaalde cv-temperatuur wordt geproduceerd. Dit zorgt ervoor dat wanneer het buiten kouder wordt, het water dat door de radiatoren of vloerverwarming circuleert, warmer wordt.
In de basis is dat een goede manier van stoken, maar het is heel ingewikkeld om zo’n regeling goed in te stellen. Het juist afstemmen van de stooklijn is afhankelijk van de specifieke eigenschappen van de woning, het afgiftesysteem en de voorkeuren van de gebruiker.
Als 'oplossing' wordt vaak de stooklijn iets verhoogd om comfortklachten te voorkomen.
Maar dit gaat wel ten koste van de besparingen. Vooral bij hybride systemen leidt een
hogere stooklijn ertoe dat de cv-ketel vaker wordt ingeschakeld.
Een ander nadeel van een stooklijn is dat de warmtepomp snel de neiging krijgt om te gaan pendelen. Pendelen treedt op wanneer de warmtepomp kortstondig wordt ingeschakeld, om vervolgens snel weer uit te schakelen. Dit ontstaat doordat de warmtepomp snel het setpunt van de stooklijn bereikt na inschakeling, vaak omdat de stooklijn niet goed is afgestemd op de woning.
Als oplossing tegen pendelen worden vaak buffervaten gebruikt. Op die manier wordt
een bepaalde minimale draaitijd van de warmtepomp verzekerd. Buffervaten zijn echter heel duur, en verliezen warmte op plaatsen waar je vaak geen warmtevraag hebt; vaak zijn ze dicht bij de cv-ketel geplaatst.