Lucht van buiten wordt over de verdamper geblazen, waar warmte-energie wordt opgenomen door het koudemiddel. Het proces van het opnemen van de warmte-energie zorgt ervoor dat het vloeibare koudemiddel opwarmt en verdampt tot gasvorm.

Het gasvormige koudemiddel gaat nu door de compressor, die het gas onder druk

zet en daardoor opwarmt (een fysische eigenschap van samengeperste gassen).

Het hete, onder druk staande gasvormige koudemiddel beweegt door de

condensor. De warmte wordt overgedragen naar de waterzijde van de

verwarmingscyclus, die in een cv-systeem in de woning terechtkomt. Wanneer de

warmte in de woning wordt overgedragen, koelt het koudemiddel af en condenseert het weer tot een vloeibare toestand.

Dit vloeibare koudemiddel wordt door het expansieventiel in druk verlaagd

waardoor het weer afkoelt. Zo kan het weer warmte uit de buitenlucht opnemen in de verdamper en begint alles weer opnieuw.